Corsendonk: een familiebedrijf met een rijke geschiedenis

vrijdag 26 januari 2018 —

Kan u ons iets vertellen over de geschiedenis van het bedrijf?

“Het verhaal van Brouwerij Keersmaekers begint in 1906 als een lokale brouwerij in Oud –Turnhout, waar bieren werden gebrouwen van hoge gisting. Vandaag is reeds de vijfde generatie actief in ons familiebedrijf. Mijn overgrootvader heb ik nooit gekend, maar hij is de stichter. Ikzelf mocht al op jonge leeftijd mee met mijn grootvader op het zitje van zijn fiets om bestellingen op te schrijven van donker of licht bier, gele en witte limonade. Meer was het niet. Er werd toen zelfs gevraagd naar water met ‘bollekes’, later spuitwater genoemd.”

“Mijn vader besefte goed dat de brouwerij na de oorlog onvoldoende rendabel was om op lange termijn als brouwer te kunnen voortbestaan. Het brouwen zelf is gestopt in 1952. Maar ondertussen waren we sinds 1946 gestart met de distributie van Maes bier, bier van lage gisting dat overal bijval kende en de hoge gisting verdrong. Zo werd het stopzetten van de ene activiteit gecompenseerd met het verder laten groeien van de andere activiteit. Het heeft dan een generatie - tot in 1982 - geduurd vooraleer we opnieuw zijn begonnen met brouwen. De vraag om opnieuw te brouwen was al een paar keer gekomen vanuit de heemkundige kring en toeristische vereniging van Oud-Turnhout. Maar ik moest altijd antwoorden dat ik dat op zich wel wilde proberen, maar dat ik geen brouwerij meer had.”

Wat was de aanleiding om dan toch opnieuw de stap te zetten?

“Mijn inspiratie is gekomen in februari 1982. Ik was onderweg naar het bestuur van het toenmalig Verbond van Bierhandelaars – later omgedoopt tot FEBED. Onderweg van Antwerpen naar Brussel stond er een Canadese toerist te liften. Ik nam die mee en hij vertelde dat hij een klooster bezocht had in de Ardennen en er lekker bier gedronken had. Hij vond de architectuur van het klooster magnifiek. Maar ik kende natuurlijk ook de priorij van Corsendonk en “die architectuur is volgens mij nog veel mooier” reageerde ik. Hij stelde dan de vraag: “Is that also a beer?”. Ik antwoordde prompt: “Not yet. Nog niet”. Nog diezelfde dag heb ik het merk laten deponeren en op 9 november 1982 hebben we het bier voorgesteld aan de pers. Het bier zelf werd gebrouwen door Brouwerij du Bocq. Later zijn we dan ook 100% eigenaar geworden van du Bocq. Dat was een geleidelijk proces waarbij wij gedurende een periode van 10 jaar elk jaar 10% van de brouwerij overkochten. Het was pas in 2014 dat we hebben bekend gemaakt dat we 100% eigenaar waren van de brouwerij. Daar is trouwens ook nog een leuke anekdote aan verbonden. Toen we die aankondiging maakten voor de pers was alles op voorhand goed afgesproken. Ik moest niets voorbereiden. Alles zou uitgewerkt staan op papier en ik moest alleen nog aflezen. De vorige eigenaar zou de eerste twee bladzijden lezen en ik zou de laatste bladzijde voorlezen. Maar de vorige bestuurder, Pierre Boedts, stopte niet na twee bladzijden. Hij las alles af en gaf toen het woord aan mij. Toen heb ik moeten improviseren, bij gebrek aan voorgeschreven tekst. Ik heb toen uit het hart gesproken. Het chanson “La ballade des gens heureux” van Gérard Lenorman gaf het idee dat het de bedoeling is van de brouwerij gelukkige mensen te maken van onze medewerkers. Goed en lekker bier brouwen maakt ons gelukkig, want dan kan de brouwerij voortbestaan en kunnen we de medewerkers goed betalen.”

“De Brasserie du Bocq is eveneens een familiebedrijf met excellente medewerkers, die allemaal op hun post zijn gebleven. De familie Belot, samen met de externe gedelegeerd bestuurder, Francis Deraedt, brachten in 10 jaar de productie van 50.000 hectoliter op 110.000 hectoliter. De bieren van du Bocq, Corsendonk en Tempelier worden ook uitgevoerd naar 48 landen, waaronder de Verenigde Staten, de vroegere Sovjet-Unie, China en verder nog vele Aziatische en Europese landen.”

Zijn er bepaalde zaken die je vandaag ziet in de markt en die een belangrijke invloed hebben op de werking van de drankenhandelaars?  

“Vandaag stel ik een overwoekering vast in het aantal dranken, niet enkel in bier, maar ook in alle andere dranken, die beschikbaar zijn voor de consument. Als dit op die manier verder blijft groeien zal de consument helemaal de kluts kwijt geraken. In de jaren zestig en zeventig was er een gelijkaardige trend te zien. Toen waren er ook tal van lokale brouwerijen die hun eigen lokale bier van lage gisting op de markt brachten, zoals Bergenbier, Ekla, Van den Heuvel, Wiel’s, Safir, Krüger, Lamot, Chevalier Marin, Welta, Tivoli, Mena, Golding Campina, Munck, Atlas, Perle Caulier, Helles XL, Elberg, White Star Leopold, Helles Concordia, Celta Meiressonne,… Uiteindelijk zijn die allemaal verdwenen omdat die kleine brouwerijen niet konden volgen met het procedé van de lage gisting. Dat was uiteraard een probleem toen de consument een verandering wilde van smaak. Vandaag is nog altijd 80% van het bier dat wordt gedronken wereldwijd van lage gisting. Een uitgebreid en gediversifieerd aanbod is goed, maar een overwoekering is geen goed idee en zal ook door de consument worden afgestraft door minder bierverbruik.”

Welke elementen zijn belangrijk om als drankenhandelaar succesvol te kunnen zijn?  

“Er zijn twee elementen die toch een belangrijke meerwaarde hebben in mijn visie. Ten eerste is de creatie van een eigen merk een belangrijke stap om een verschil te kunnen maken. Het is een moeilijke stap, maar het verbetert wel zeer sterk je positie op de markt. Een tweede optie is exclusiviteit verkrijgen van een bepaald buitenlands merk. Dat kan zelfs in samenwerking met bepaalde collega’s gebeuren. Het is net als de creatie van een eigen merk een manier om je als drankenhandelaar te onderscheiden. Tegelijkertijd moet je wel heel voorzichtig zijn. Want die merken zien je graag komen om exclusief voor hen te werken en de deur te openen. Maar je moet toekomst gericht denken van bij de start. Van zodra een merk goed begint te lopen, dan pas wordt het interessant voor beide partijen. Als drankenhandelaar heb je tot dan zo goed als alle inspanningen geleverd om het merk ingang te laten vinden. Het buitenlandse merk heeft tot dan weinig of geen inspanningen geleverd. Maar vanaf het moment dat er een deftig volume wordt gerealiseerd willen ze mee genieten van de inkomsten. Het is belangrijk om daar als drankenhandelaar op voorhand bij stil te staan, zodat je niet je exclusieve verdeling verliest als de vruchten van het werk kunnen worden geplukt.”

“Creativiteit is nog zo een sleutel tot succes. Als je alles doet zoals alle anderen, geef je de klant geen reden waarom die bij jou moet kopen. We doen dit bijvoorbeeld vandaag door e-commerce aan te bieden. Bestellingen kunnen online worden doorgegeven en de klant kiest zelf waar de dranken moeten worden geleverd. We bieden deze mogelijkheid sinds kort aan en we zien duidelijk dat dit een groeiverhaal is.”

Heb je de voorkeuren van de consument zien veranderen?  

“Drinkcenters zijn veel belangrijker geworden in vergelijking met vroeger. Het aantal cafés gaat in dalende lijn en de consument drinkt meer thuis en krijgt een ruim aanbod in de supermarkt. Dan moet je tonen aan de klant dat je drinkcenter een duidelijke toegevoegde waarde biedt op vlak van service, aanbod, productkennis,… Je kan bijvoorbeeld degustaties aanbieden aan de klant. Als je enkel een beperkt aanbod kan aanbieden aan de klant en je geeft geen extra diensten, dan heeft de consument geen reden om te winkelen in je drinkcenter. Dan kunnen ze even goed in de supermarkt hun dranken halen. Maar als je als drankenhandelaar je toegevoegde waarde kunt tonen, dan geef je de consument een duidelijke reden waarom hij of zij veel beter dranken kan komen halen bij een drankenhandelaar. Ook samenwerking met drankenhandelaars is van groot belang, ook op consumentenvlak zoals Prik & Tik en Drinxit.”

“Je ziet dat ook in andere sectoren. Jarenlang is het aantal bakkers, beenhouwers en vishandelaars erop achteruit gegaan. De mensen konden het toch allemaal vinden in de supermarkt. En waarom zou je naar drie verschillende adressen rijden als je toch alles op een plaats kan vinden? Welnu, de consument vandaag die heeft ondertussen vastgesteld, tot zijn eigen schade en schande dikwijls, dat er gebrek is aan diversiteit in de supermarkten. Dat de kwaliteit niet van hetzelfde niveau is. Dat er geen personeel is dat beschikt over productkennis. Als ik zie hoe sommige bakkers en beenhouwers vandaag met hun winkel floreren, dan moeten we daar een voorbeeld aan nemen. Ze bieden een ruim assortiment aan met kwalitatief hoogstaande producten. Vroeger had je een bruin en een wit brood. Vandaag bieden bakkers diverse speciale broden aan. Maar tegelijk ook niet te veel zodat de consument nog in staat is om een keuze te maken. Trouwens, de service die je krijgt bij een zelfstandige bakker of beenhouwer ligt net als bij een goede drankenhandelaar veel hoger dan wat je in de grootwarenhuizen kan krijgen. Daar moet je zelf je plan trekken. Je moet er zelfs je brood zelf in een snijmachine steken. Daar zit het verschil.”

“Een voordeel van de drinkcenters is onze verpakking. Iedere consument is vandaag bezorgd over het milieu. Onze oceanen zitten vol met plastic en dan krijgen we die plastics nog zelf binnen via de vis die we eten. Glas heeft al die problemen niet. Niets is zo zuiver als glas. Het vraagt natuurlijk meer discipline van de consument want het weegt meer en je moet de lege glazen flessen terugbrengen. Maar we zullen in alles meer discipline aan de dag moeten leggen. Als je echt geeft om het milieu dan kan je maar beter je dranken in glazen retourverpakkingen aankopen dan in plastic of blikverpakking, die overal rondslingert en opgehaald dient te worden door de vuilniskar. We zouden op dat vlak een voorbeeld moeten nemen aan Duitsland. De drankenhandelaars samen met FEBED, moeten in samenwerking met milieuverenigingen een grote campagne opstarten voor onze drinkcenters onder het motto: “Red onze aarde. Koop al uw dranken in glazen hervulbare flessen. Zoveel beter voor ons leefmilieu en goedkoper!”.

Wat is volgens u de rol die FEBED moet opnemen?  

“Het behoud van de gezonde concurrentie en het vrij verkeer van goederen zijn essentieel en daar moet FEBED op de eerste rij staan om het systeem te verdedigen. Het moet natuurlijk gepaard gaan met wederzijdse prestaties. We kunnen niet eisen dat drankafnameovereenkomsten onze activiteit louter en alleen beschermen. De drankenhandelaar dient te investeren in de horeca en daar moet iets tegenover staan. Dat is niet meer dan logisch. Ik ken geen enkel bedrijf dat investeert in een zaak en daarvoor niets in ruil krijgt. Maar ik wil ook zeker positief kijken naar de toekomst. We moeten vertrouwen in de kracht van de familiale drankenhandelaar. Zo helpe ons FEBED. Vivat Crescat Floreat!”

www.drinks.be