Drankenhandel Tommelin: 3e generatie kijkt met ambitie naar de toekomst

vrijdag 8 september 2017 —

Hoe is het allemaal begonnen en hoe is de drankenhandel geëvolueerd tot wat deze vandaag is?

Bernard: “De zaak is opgestart door mijn vader in 1958. Dat was toen nog in Loker, een kleine tien kilometer van waar we nu gevestigd zijn. Mijn vader begon van nul. Hij heeft alles van de grond op opgebouwd. Helemaal in het begin ging hij van deur tot deur met ‘staaltjes’ om te verkopen. Het was dankzij hard werk en ongetwijfeld ook een stukje geluk dat hij voet aan de grond kreeg in de streek. In het begin werd er exclusief met Haacht gewerkt en was de verkoop enkel gericht op particulieren. Ikzelf ben in de zaak gestapt in 1984 maar ik was al veel eerder als kleine jongen bezig in het magazijn of de winkel. Het segment horeca is er bijgekomen op mijn aangeven en sinds mijn dochters mee in de zaak actief zijn richten we ons ook op evenementen en proeverijen voor grotere groepen. Zo brengt elke generatie haar eigen doelgroep mee. Dat betekent niet dat we de particulieren links laten liggen. Integendeel, de activiteiten gericht op particulieren brengt ons dicht bij de mensen en daar kunnen we het verschil maken ten opzichte van de grootdistributie. Bij ons is een klant geen nummer in de computer.”

Vandaag zijn dochters Silke en Lore actief in de familiezaak en ze hebben de vaste ambitie om de zaak van hun vader en grootvader verder uit te bouwen. Hoe zijn jullie in de zaak gerold?

Silke: “Sinds 2012 ben ik voltijds aan de slag in de drankenhandel, maar het is al veel eerder begonnen. Onze wieg stond ook echt letterlijk in de winkel. Samen met papa en mama heb ik een nieuw logo gemaakt, de nieuwe website ontworpen en opgestart. Tot dan was die er eigenlijk niet. Zo ben ik er stilletjes aan in gerold.”

Bernard: “Het is de bedoeling dat de dochters de zaak op termijn overnemen, zonder dat wij ze daartoe verplichten. Ze hebben gelukkig zelf de ambitie om er iets van te maken.”

Lore: “Ik heb eerst stage gelopen bij Sint-Bernardus en daar ben ik nog steeds halftijds aan de slag. Ik combineer dus momenteel twee jobs. Eigenlijk spring ik hier overal wat bij. Zo leer ik hoe alles in mekaar zit en kan ik zoeken naar wat me het meest ligt. Met mijn papa ga ik mee naar de horecazaken en ik zou me in de toekomst er ook meer op willen toeleggen.”

Silke: “Samen met mijn zus geven we een nieuwe impuls aan de zaak en zorgen we voor een creatieve toets. Ik richt me vooral op de winkel en de marketing. Mijn zus is meer gericht op de cijfers en de horeca. Zo hebben we elk onze specialiteit en vullen we mekaar mooi aan.”

Is het soms niet moeilijk om met je ouders en zus zo nauw samen te werken?

Silke: “Je hoort dat wel eens maar ik zie het als een voordeel. Je hebt dikwijls maar een woord nodig of soms is zelfs een blik voldoende om te weten wat de andere denkt.”

Lore: “We hebben soms wel een verschillende manier van werken, maar in visie lopen we grotendeels gelijk. Ik richt mij meer op de cijfers en de paperassen. Silke doet meer het commerciële en de communicatie. Zo hebben we elk onze rol en vullen we mekaar goed aan."

Silke: “We hebben al een paar nieuwe dingen kunnen realiseren omdat onze ouders ons de vrijheid en het vertrouwen geven om dingen te doen. Dat is wel belangrijk. Wij hebben de wil van onze kant om er iets van te maken en onze ouders geven ons de ruimte om dingen te proberen en nieuwe elementen te integreren wat ze zelf niet meteen zouden doen. Zo hebben we de kelder die vroeger een vochtige en donkere ruimte was omgetoverd tot een ‘man cave’. Toen we het eerst voorstelden vond papa het maar een raar idee, maar hij liet ons wel doen. Nu moet hij toegeven dat de mannen binnen komen en soms meteen naar de man cave trekken om te gaan zien welke nieuwigheden we verkopen. We zijn ook begonnen met gin-tastings op verplaatsing en met proeverijen die we organiseren voor grotere groepen en verenigingen. Het bied de kans om het verhaal te brengen van het product en de drankenhandel en dat werkt goed bij potentiële klanten.”

Welke strategische keuzes hebben jullie in het verleden moeten maken met betrekking tot de toekomst van de zaak?

Bernard: “Grote veranderingen zijn er geweest toen ik in de zaak kwam en we ook de horeca als doelgroep begonnen te bewerken en in 2011 toen we besloten om de drive-in te veranderen in een moderne winkel. De drive-in was tot dan nog een echte drive-in. De klant kon in het magazijn binnenrijden, en alles werd voor hem of haar in de auto geplaatst. Nu kan dat niet meer. Let op, toen was dat een keuze waar ik van wakker heb gelegen. Zou die winkel wel marcheren? Het ging toch over een grote investering zonder garantie op succes. Maar nu ben ik blij dat we de stap hebben durven zetten. Het is nodig om soms een gedurfdere stap te zetten om de toekomst veilig te stellen. Ook in de toekomst zal dat nodig zijn. De sector verandert zo snel dat je bij de pinken moet zijn om de evoluties te herkennen en om tijdig er op in te kunnen spelen. Maar achteraf is het altijd gemakkelijk spreken natuurlijk.”

Heb je het altijd graag gedaan?

Bernard: “Ik ben er in geboren en ik heb het altijd graag gedaan. Maar het is vandaag wel moeilijker dan vroeger. Er zijn toch wel concullega’s die zeer ver durven gaan om klanten binnen te halen wat ten koste gaat van de rendabiliteit van de hele sector. Laat ze maar vechten zeggen de klanten dan, wij kunnen er maar goed bij varen. Samenwerking is nochtans belangrijk. Als drankenhandelaars moeten we ons meer en beter verenigen. Wat commerciële activiteiten betreft via aankoop-groeperingen en wat de belangenverdediging betreft voor de sector via FEBED.”

Wat vindt u van de evolutie van het beroep van drankenhandelaar?

Bernard: “We moeten meer en meer de klanten kunnen boeien én we moeten dat anders doen dan ze bij de food doen. Wij moeten niet de goedkoopste zijn, maar we moeten wel meerwaarde bieden voor de klant. Mijn dochters hebben daar al een groot verschil gemaakt voor de zaak. Zij leveren de creativiteit op het vlak van beleving en het winkelconcept.”

Silke: “De winkel is een perfecte manier om service te bieden aan de klanten en onze productkennis te tonen. Je kan er het verschil mee maken naar de klant toe en ook voor het vaste cliënteel is de winkel een godsgeschenk.”

Bernard: “Ook op het vlak van ICT zal er nog veel veranderen. Er is op dit vlak veel te doen maar alleen is dat bijna niet te doen. Dat toont direct weer het belang om samen te werken en de grote uitdagingen in groep aan te pakken. En iedereen weet natuurlijk dat we er in aantal drankenhandelaars op achteruit gaan. De mensen hebben geen goesting meer of ze vinden geen opvolging of ze verkopen om van het leven te kunnen genieten. Daar is op zich niets mis mee. Diegene die zullen overblijven zullen duurzaam moeten werken, gericht op de toekomst.”

Wat betekent FEBED voor u en wat verwacht u van FEBED als beroepsfederatie?

Bernard: “Ik heb in het verleden wel wat kritiek gehad op FEBED. Dat moet ook kunnen en ik zal het ook niet laten in de toekomst als ik zie dat zaken beter kunnen en moeten. FEBED moet krachtig het belang van de sector verdedigen en moet ons als drankenhandelaars informeren over wat er gebeurd zodat wij in dialoog met FEBED standpunten kunnen opmaken over belangrijke dossiers. Een belangenorganisatie voor onze sector is belangrijk, maar ze moet zichzelf relevant maken en concrete dingen doen. De brouwerijcontracten en de problematiek rond leeggoed zijn goede voorbeelden waar FEBED haar rol moet spelen. En FEBED moet veel dichter samenwerken met de aankoop-groeperingen. Als alle drankenhandelaars die bij een aankoopgroepering zijn aansluiten bij FEBED dan kan FEBED spreken voor 75% van de markt. Als je dan niet weegt op de dossiers ga je nooit wegen.”

www.drankentommelin.be